Algemeen voorkomen:

De kleur en conditie van de vacht doet veel aan wat we noemen "het algemene voorkomen".
Maar belangrijker is de bouw en de verhoudingen.
De grootte en proporties moeten binnen de parameters van de standaard vallen.
Naast de verhoudingen en het temperament, heeft de Akita nog andere kwaliteiten.
De oren moeten goed geplaatst zijn en een mooie driehoek vormen. Zowel gezien van voor en van opzij.
De nek toont veel kracht.
De rug is recht en sterk.
De Akita heeft een prachtige, goed gekrulde staart. De juiste staartdracht doet veel aan de fiere houding van de Akita.
De poten zijn goed geplaatst met de juiste hoekingen. Hierdoor toont de hond zich waardig en zelfzeker. 
Het is gewenst voor puppy's en jonge honden dat ze een vrolijke en onschuldige houding hebben.
Bij de teefjes wordt gestreefd naar soepelheid en vrouwelijkheid.

  

Hoofd:

De vorm van ieder deel van het hoofd treedt bij tot een expressie van grootsheid, waardigheid en esthetische eenvoud. De positie en verhoudingen van het hoofd zijn een belangrijk deel van het totale beeld.

De oren van de Akita hebben de vorm van een driehoek met ongelijke zijden met afgeronde top. Als de oren te hoog zijn aangezet zal de afstand tussen de oren te smal worden. Als de oren te laag zijn aangezet, worden het wel eens "Kanzashi Mimi" oren genoemd. Dit zijn oren waarbij de gehooropening meer naar opzij gedragen wordt dan naar voor en ze worden meestal buitenwaards gedragen. (vliegtuigoren) Het correcte oor is een oor waarbij de denkbeeldige lijn van de top van het oor gaat door het middelpunt van de basis van de driehoek. Als je het hoofd in profiel bekijkt zijn de lijnen en hoeken zeer belangrijk. De ideale hoeking loopt parrallel met de hoeking van de nek. Als de oren te rechtop staan geeft dit een geconcentreerde expressie. Aan de andere kant, als de oren te plat liggen geeft dit een ontbreken van expressie.

De vorm en expressie van de ogen geeft een indruk van het temperament van de hond en heeft een invloed over het totale uitzicht van waardigheid en gratie. De ogen hebben ook de vorm van een driehoek (net als de oren) maar meer horizontaal. De binnenste hoek ligt diep en de lijn van het onderste ooglid loopt opwaarts uit met de buitenste hoek meteen onder het oor. Als de afstand tussen de ogen te klein is geeft dit de Akita een schuldige uitdrukking. Als de ogen te ver uit mekaar staan, mankeert de gezichtsuitdrukking enige intelligentie. De ogen moeten donker van kleur zijn. Met lichte ogen ontbreekt het de Akita aan waardigheid.

 

De lijn van de neusbrug zou altijd parrallel moeten zijn met de schedel. De diepte van de stop, samen met de bouw van het voorhoofd zijn crusiale elementen bij het hoofd van de Akita. Er moet een groef lopen tussen de ogen naar de schedel zonder rimpel op het voorhoofd te vormen. Als de lippen te ver achterwaarts trekken, ontbreekt de hond de waardigheid als één van de meest belangrijke karaktertrekken van de Japanse rassen.

 

De officiële standaard voor de muil beschrijft deze als "krachtig en van middelmatige lengte; de basis is breed en de top is niet puntig met gesloten lippen." De bovenlippen moeten gesloten en sterk zijn, zonder log of met los vel te zijn. Als de bovenlippen zelfs maar een beetje ruim zijn, kan de muil nietmeer de juiste vorm hebben. De vorm van de muil kan ruwweg beschreven worden als een van volgende drie types: cirkelvormig, rechthoekig of driehoekig.

De driehoekige muil mankeert volheid. De neusbrug is smal en geeft een uitdrukking dat er iets mist. De bovenlippen zijn dan ook wat ruim.

De rechthoekige muil wordt ook wel de boxerneus genoemd. Een hond met een rechthoekige muil mist vaak netjes omlijnde kaken en neigt losse vellen te hebben, wat de muil een zeer lui voorkomen geeft.

De ideale muil voor de Akita is de cirkelvormige, welke aan het gezicht de classieke totaliteit en wenselijke uitdrukking geeft.

 

Lichaam:

De lijnen en hoeken van ieder deel van het lichaam moeten correct met elkaar in balans zijn. Deze houding toont de precieze hoeken voor het hoofd en de nek, de rug, de goede stand van de poten, alsook de aanzet van de goed gekrulde staart. De ideale verhouding van de hoogte gezien met de diepte van de borst is tien tegen vijf, terwijl de verhouding tussen de hoogte en de lengte van het lichaam gelijk is aan tien tegen elf. De voeten zouden parallel aan mekaar moeten staan, zowel in voor- als in zijaanzicht.

 

Voorhand:

De voorpoten dienen om het massieve hoofd, de dikke nek en de robuuste borst te ondersteunen en ook om snelle bewegingen in iedere richting te kunnen maken. De pols moet een goede flexibiliteit en keurige helling hebben om bij iedere stap de schok, veroorzaakt door het gewicht van de hond, op te vangen.

 

Achterhand:

De achterpoten leveren de kracht die nodig is om vooruit te komen. Net zoals bij de voorpoten moeten de achterpoten gelijk staan, met de juiste hoekingen. Een correcte structuur vereist vorm en krachtige, goed ontwikkelde spieren.

Als laatste is het nodig dat zowel de voorste als achterste voeten compact, gesloten en flexibel zijn.

 

Staart:

De staart van een Akita is een indicatie van zijn waardigheid en schoonheid. Hij moet lang zijn en goed gekruld gedragen worden. Een staart van goede lengte reikt gemakkelijk tot bij het spronggewricht als hij neerhangt.

Korte staarten hebben meestal niet voldoende krul terwijl lange staarten neigen los te hangen op het einde.

Er is een verscheidenheid aan staarten te vinden waaronder de linkse krul, de rechtse krul, een volle krul en zelfs een dubbele krul. Maar zelfs staarten van hetzelfde type zijn niet altijd gelijk. Sommigen zijn klein met een te dichte krul, anderen hangen af naast de zijde van de hond en tegen de lende. Er zijn ook staarten die niet genoeg krulling hebben. Niet gekrulde staarten leiden tot diskwalificatie.

 

 Vacht en kleuren:

Het eerste wat men opvalt als men kijkt naar een mooie hond die poseert in de showring, is zijn algemene voorkomen en de kleur van zijn vacht. De tekstuur van de vacht draagt voor een groot deel bij tot zijn algemene impressie en uitzicht. De vacht van de Akita moet bestaan uit drie lagen. De harde bovenlaag heeft het langste haar. Ook is er een harde maar kortere vacht en een zachte ondervacht. Alle drie de lagen moeten aanwezig zijn om een correcte vacht te hebben.

De toegestane vachtkleuren zijn rood, gestroomd, sesam en wit. De meest voorkomende kleuren op show zijn rood, gestroomd en wit. Andere kleuren zijn eerder zeldzaam. Bij alle kleuren, behalve wit, moet er "urajiro" aanwezig zijn. (urajiro = de witte aftekening die aanwezig is op de muil, op de kaken, op de onderkant van de kin, de nek, de borst, het lichaam, de staart en eveneens aan de binnenkant van de poten.)  De vacht moet in een goede conditie zijn wat betreft de densiteit. Verder kan de conditie van de vacht de kleur beïnvloeden, alsook de evaluatie van de hond in zijn geheel.